Kenmerken :
Vruchtlichaam : Grondschubben tot 10 mm lang, altijd dakpansgewijs rechtopstaand en zoden vormend. Ondiep ingesneden, vaak met sorediën en heldere witte onderkant.
Podetiën tot 1,5cm hoog, bekers relatief zeer breed tot 1 cm, soms spruitend aan de rand. Binnen- en buitenkant zeer fijn soredieus , maar altijd deels glad en groen .
Apotheciën zeldzaam, bruin tot zwart, op holle soms vertakte stelen aan de randen van de bekers. Randen van bekers soms met bruine puntvormige pycnidiën.
Voorkomen :
Op verstoorde zandgrond in heidevelden en duinen, ook op bemoste kalkstenen muren.
|
